Inktpret voor Esther Jansma
Bolle blauwe ogen schrokken wind
slaan het kompas stuk
gaan voor anker aan de kust
van de onverzadigbare mannenze roept ‘ik ben de grootste
de mooiste de dikste
maar het allerbelangrijkstde vetste octopus van de wereld.’
en weg zeilt ze, geen rust in haar kont
ze omarmt, danst en speelt tachtigvingerig
maansonates voor jou alleen, alleen voor jou
het regent inktwolken en rookgordijnen
ammehoela iedereen weet dat regen is
grijs licht en kookpotten op het vuur
inmiddels is alles wat kan dobberen
in de ban van haar blauwzwarte neusje
haar zuigvoetjes en haar gorgelmondje
en dan opeens een glimp
van de octopus
de armen over elkaar
de buik moddervet
en ogen helder als
een zondagochtend
.