Bouwval
Zelden bezwijken muren
onder zoveel afwezigheid
kruipt het licht naar het achterlandvelt het dak eikenbomen
valt het raam blindklopt de kelder zijn doden uit
malen stoelen om vlees
vreten messen bederf
schrokt het glas de bodemdan het hart opgevouwen en stom
het tuinhek doorhet pad af
wat is opgericht
volgt